Dat besef leeft in Noord-Nederland zeer, ook omdat de bewoners zelf hebben ondervonden welke consequenties de oude, niet duurzame economie voor kan hebben.
Circulariteit en duurzaamheid spelen van oudsher een rol in Noord-Nederland.
De papier- en kartonindustrie die tot in de jaren zestig van de vorige eeuw van groot belang waren, zijn daarvan het sprekende voorbeeld. Toen was de argumentatie achter die circulariteit een economische.
Vandaag moeten we vooral de wereld redden. En tóch zijn die twee prima verenigbaar.
Noord-Nederlandse bedrijven zijn zich in toenemende mate bewust van de verbinding tussen de noodzaak om te verduurzamen en de economische kansen die dat proces biedt. Op verschillende terreinen. De consument van nu vraagt er steeds meer om. Dat is één. Bedrijven eisen het (om die eerste reden) meer en meer van hun toeleveranciers. Overheden leggen als derde factor alsmaar strengere regels op. Die factoren maken de weg vrij voor nieuwe kansen.
De meest vooruitstrevende ondernemers wachten niet op het moment dat de klant aan de bel trekt of de wetgever op de rem trapt.
Zij lopen voorop, zetten de transformatie veel eerder in en vermarkten hun voorsprong. Noord-Nederland heeft veel voorbeelden van pionierend ondernemerschap.
Bijvoorbeeld in de groene chemie en de energiesector. De korte lijnen met onderwijsinstellingen helpen continu om innovaties en vindingen de markt op te krijgen.
De trillende aarde in Noord-Nederland heeft de bewoners en ondernemers letterlijk op een vroeg moment wakker geschud. Dat hier alternatieven voor het gebruik van aardgas worden bedacht, is daarom logisch. Dat de waterstofeconomie nergens zo wortel schiet als in Noord-Nederland, is een direct gevolg.